7 redenen waarom katten een positief effect op je gezondheid hebben

Voor de een is het de knuffelbare vacht en voor de ander is het simpelweg het lieve snuitje waardoor je smelt. Maar buiten het feit dat ze zo zacht en lief zijn, hebben katten ook nog eens heel wat gezondheidsvoordelen (mits je geen kattenallergie hebt natuurlijk). We zetten 7 gezondheidsvoordelen van het hebben van een kat als huisdier op een rij.

1. Een kat vermindert de kans op een hartaanval

Uit onderzoek van de Universiteit van Minnesota blijkt dat mensen met een kat 30% minder kans hebben op een hartaanval dan mensen zonder kat. Daarnaast liet een soortgelijke studie in 2009 zien dat mensen met een kat minder risico lopen om te overlijden aan hart- en vaatziekten.

2. Een kat vermindert stress

Heb je veel last van stress? Dan kan een kat hier een positieve invloed op hebben. Een kat zorgt er namelijk voor dat je minder stress ervaart. Door een kat als huisdier te hebben ervaar je hoe het is om een maatje te hebben die er dagelijks voor je is. Bovendien heb je iemand om voor te zorgen én om mee te knuffelen. Een kat maakt je over het algemeen dus vrolijker en relaxter.

3. Een kat als huisdier is goed voor kinderen

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat kinderen die opgroeien met een huisdier minder allergieën ontwikkelen. Kinderen die opgroeien in een ultraschone omgeving zullen later sneller allergieën krijgen. Daarnaast ontwikkelen kinderen meer empathie wanneer ze opgroeien met een huisdier om zich heen. En niet geheel onbelangrijk: ze leren omgaan met verantwoordelijkheid én ze ontwikkelen meer zelfvertrouwen.

4. Katten laten je minder eenzaam voelen

Toegegeven, katten laten niet op dezelfde enthousiaste manier als honden zien dat ze blij zijn als je na een lange (werk)dag thuiskomt. Maar dat ze blij zijn om je weer te zien is wel degelijk zo. Net als andersom waarschijnlijk. Uit onderzoek van de Universiteit van Miami blijkt zelfs dat de aandacht van een kat dezelfde sociale behoeftes vervult als bankhangen met een vriend(in). 

5. Een kat helpt tegen depressies

Uit onderzoek onder 600 mensen – van wie de helft kampte met psychische problemen – naar de invloed van huisdieren op hun gemoedstoestand blijkt dat 87% van de ondervraagden het gevoel had dat het hebben van een kat een positieve impact op hun humeur had. Daarnaast vond 76% het makkelijker om de dagelijkse routine vast te houden door hun huisdier.

6. Katten zorgen ervoor dat je vaker lacht

Goed, als je écht vaak wil lachen moet je volgens onderstaand onderzoek eigenlijk een hond of een hond én kat hebben, maar het staat hoe dan ook vast dat katten je óók vaak aan het lachen maken met hun sullige acties en hun lieve maniertjes.

Uit onderzoek van Robin Maria Valeri, dat in 2015 in Society & Animals verscheen, blijkt dat honden- en kattenbezitters namelijk vaker en meer lachen dan mensen zonder hond of kat. Dit verslag is gebaseerd op een enquête waarbij vier groepen bijhielden hoe vaak ze op een dag moesten lachen. De eerste groep bestond uit hondenbezitters, de tweede uit kattenbezitters, de derde uit mensen met een hond én een kat en de vierde uit mensen zonder huisdieren. Hieruit bleek dat hondenbezitters en baasjes met een hond én een kat vaker lachen dan de andere twee groepen.

7. Door katten ervaar je minder angst en verdriet

Heb je geen kat? Dan kun je natuurlijk ook gewoon leuke kattenfilmpjes kijken. Je lacht dan niet alleen vaker, maar het zorgt er volgens onderzoeker Jessica Myrick ook voor dat je je minder angstig en verdrietig voelt na het kijken van een kattenfilmpje. En… positieve emoties zoals hoop, geluk en tevredenheid namen zelfs toe!

Bron: RTL Nieuws