Encephalitozoon cuniculi is een protozoaire ziekte, ook wel E. Cuniculi genoemd. Het is een ééncellige parasiet die zich bij konijnen in verschillende organen kan gaan nestelen. Deze parasiet komt door de hele wereld voor. Om te kunnen overleven heeft de parasiet een gastheer nodig, in dit geval het konijn. Buiten het konijn kan de parasiet overleven in de vorm van een spore. Niet alle konijnen die in aanraking komen met de parasiet worden ziek. Stress is een belangrijke factor voor het aanwakkeren van deze ziekte. De ziekte heeft een wisselende prognose, hoe eerder men erbij is hoe meer kans op herstel.

Ziektebeeld

Het ziektebeeld is afhankelijk van waar de parasiet zich bevind. Deze kan zich nestelen in de nieren of hersenen. Maar kan zich ook bevinden in de hartspier, longen, ogen of lever van een konijn.

Symptomen die we vaak zien bij E. Cuniculi zijn:

  • veel drinken en plassen (als gevolg van nierfalen)
  • mager worden doordat ze moeite hebben met eten
  • moeite met overeind komen en omvallen.
  • Soms lopen de konijnen rondjes naar één kant of hebben een scheve kop (draaihals).
  • uitval of (tijdelijke) verlammingen van achterhand.
  • spierkrampen en trillingen
  • toevallen, snel bewegende ogen (nystagmus)
  • coma

 Als de E. Cuniculi in het oog zit, dan kun je witte puntjes, verdikkingen van het oog of verkleuringen zien. Ga dan direct naar een dierenarts!

Verspreiding tegengaan

Verspreiding kan gaan via de sporen die de parasiet afzet in de urine. Ook kan een infectie van een drachtig konijn worden doorgegeven aan de jongeren in de baarmoeder.

Hygiëne is hierbij erg belangrijk. Houdt de hokken altijd goed schoon en doe op tijd desinfecteren. Denk hierbij ook aan de drink- en voederbakjes. Doe buiten geplukte groenten altijd goed wassen.

De parasiet is in principe niet overdraagbaar van dier op mens. De kans dat dit gebeurd is erg klein. Er zijn slechts enkele gevallen bekend bij mensen die een lage weerstand hadden. Ook is de kans erg klein dat een konijn een andere diersoort besmet. Helaas is er nog altijd geen vaccin voor de E. Cuniculi.

Behandeling

De behandeling is afhankelijk van het stadium en waar in de organen de parasiet ziet. Een veel gebruikte behandeling is met de werkzame stof Fenbendazol. Dit Fenbendazol onderdrukt de vermeerdering van de parasieten. Hierdoor nemen de ziekteverschijnselen af. Het dood de parasiet niet, maar zorgt ervoor dat deze weer in het ruststadium gaat. De behandelingen zijn langdurig en zijn altijd in overleg met de dierenarts. Een konijn kan volledig herstellen van de ziekteverschijnselen, maar dit kan maanden duren.

Tot slot

Ga bij twijfel over de gezondheid altijd naar een dierenarts. E. Cuniculi kan zich snel vermeerderen. Ga altijd hygiënisch te werk en houdt de hokken altijd goed schoon en doe regelmatig desinfecteren met een goed desinfectiemiddel.

Delen