Het aantal mensen dat de ziekte van Lyme oploopt na een tekenbeet is de afgelopen decennia fors gestegen. Klimaatverandering lijkt een rol te spelen, al is het voor wetenschappers ingewikkeld om uit te vogelen hoe dat precies zit.

Elk jaar worden Nederlanders ongeveer anderhalf miljoen keer getroffen door een tekenbeet. De meeste mensen hebben daar geen last van, maar jaarlijks krijgen 27.000 mensen te maken met de ziekte van Lyme. Ruim duizend mensen houden daar langdurig klachten aan over. Twintig jaar geleden kwam de ziekte nog vier keer minder voor.

Het is goed mogelijk dat de stijgende temperaturen zorgen voor een opmars van de teek, zegt bioloog Arnold van Vliet van Wageningen University & Research. Hij doet al jarenlang onderzoek naar de verspreiding van de teek, onder meer via Tekenradar.nl. Daar kunnen mensen zelf tekenbeten melden, om in kaart te brengen waar en wanneer teken het vaakst toeslaan.

Teken zijn actief als de minimumtemperatuur net boven het vriespunt uitkomt. Door klimaatverandering is dat vaker het geval en zijn er dus meer momenten waarop teken actief zijn. Ze kunnen dan op zoek naar een ‘gastheer’ om bloed uit te zuigen. Dat kan een mens zijn, maar ook een hert of een muis.

Die muizen hebben door de hogere temperaturen meer kans om de winter te overleven. Ze zijn daardoor vaker beschikbaar als gastheer, zegt Van Vliet. Bovendien is voor de muis mogelijk meer eten voorhanden. “De warmer wordende zomer heeft invloed op de productie van eikels en beukennootjes. Die lijkt toe te nemen door de hogere temperaturen. Dat heeft positieve effecten op muizen, en dát kan weer een doorwerking hebben op teken.”

Vaker in het groen

Het aantal teken dat in Nederlands groen leeft, lijkt door al deze factoren te stijgen. Maar het is niet exact duidelijk in hoeverre de groei van het aantal lymepatiënten daarmee samenhangt.

Mogelijk speelt ook ons eigen gedrag een rol, zegt Van Vliet. Door het warmere weer zoeken we vaker de natuur op en dragen we mogelijk ook vaker een korte broek of een T-shirt. “Daardoor komt die teek weer makkelijker op het lichaam terecht.” En dus stijgt het aantal tekenbeten.

Toenemende droogte kan er juist weer voor zorgen dat teken het moeilijker hebben. Bij langdurige droogte moeten teken zich verstoppen in de strooisellaag op de bodem van het bos. Daardoor kunnen hun overlevingskansen juist weer krimpen.

Reuzenteek trekt naar het noorden

In de toekomst heeft klimaatverandering mogelijk een effect op de komst van andere tekensoorten, naast de schapenteek die nu het meest voorkomt. Zo is in de afgelopen jaren een klein aantal keer de hyalommateek gevonden in Nederland en Duitsland. Deze ‘reuzenteek’ kan worden meegebracht door trekvogels uit het zuiden.

De hyalommateek kan het ernstige Krim-Congovirus overdragen. Als de temperaturen verder blijven oplopen, zou deze teek zich in 2080 kunnen vestigen in delen van Nederland, berekenden wetenschappers tien jaar geleden.

“Het is vooralsnog niet aan de orde dat dat in Nederland een probleem zal zijn, maar het is wel iets om in de gaten te houden”, zegt Van Vliet. “Ook in Zuid-Europa, waar wij veel op vakantie gaan.”

Structureel teken tellen

Het zou goed zijn om weer structureel teken te gaan tellen op verschillende plekken in Nederland, zegt Van Vliet. Van 2006 tot 2016 deed hij dat met een groep vrijwilligers, maar er is nu geen geld meer voor.

“Het klimaat heeft op allerlei manieren een effect op teken. Met verdergaande klimaatverandering én vergroening van het land moet je rekening houden met de tekenproblematiek”, concludeert de bioloog. “Maar het is wel heel complex en dus niet een-twee-drie op te lossen. Zeker nu we geen structurele monitoring hebben van de teek.”

Bron: NU.nl, foto ter illustratie Erik Karits via Unsplash

Delen